nuttige informatie over voer voor tuinvogels - door Voerwaarts.nl

Welke vogel eet wat?

Grofweg kunnen we de vogels in uw tuin in drie groepen onderverdelen:

  1. Vogels die hun voer graag kort bij de grond of op een plateau of open voederhuisje nuttigen;
  2. Vogels die hun voer graag ‘hoog’ eten bijvoorbeeld uit een voedersilo;
  3. Zachtvoereters die overwegend eten vanaf de grond.

Vogels die kort bij de grond eten
Een van de bekendste manieren om vogels te helpen is het bijvoeren van strooivoer. Strooivoer kunt u het beste aanbieden op een open plek in de tuin zoals op de grond, op een voedertafel of in een open voederhuisje. Op die manier kunnen veel vogels er gemakkelijk bij en kunnen ze hun omgeving goed in de gaten houden. Bovendien kunt u de vogels zo goed bekijken. Gebruik van een goede voedertafel met geperforeerde bodem zorgt ervoor dat het voer sneller opdroogt na neerslag en zorgt voor minder afval in uw tuin omdat de schillen op de tafel achterblijven. Verstrek strooivoer bij voorkeur in kleine porties ’s morgens en ’s middags.

Vogels die hun voer graag kort bij de grond of van een open plateau eten zijn: huismussen, ringmussen, vinken, groenlingen, boomklevers en duiven. Wanneer u wat strooivoer op de grond onder struiken strooit, is de kans groter dat ook schuwe vogeltjes zoals de heggenmus en de winterkoning op bezoek komen in uw tuin.

Bij High Energy & No Mess voer zijn de zaden ontdaan van schillen. Dit voorkomt veel afval rondom de voederplaats en indien er toch gemorst wordt, kunnen de zaden niet kiemen. High Energy & No Mess voer zorgt daarmee voor een schone en onkruidvrije voederplek!


Vogels die graag uit een voersilo eten
Als u een voersilo gebruikt voor het voeren van vogels, kunt u voer voor langere tijd van tevoren aanbieden. Bovendien blijft het voer bij alle weersomstandigheden vers in een silo. Er zijn veel soorten vogels die er zelfs de voorkeur aan geven om uit een silo te eten die wat hoger hangt in plaats van dicht bij de grond. Misschien wel uit angst voor katten. Plaats een voedersilo op een plek in uw tuin waar vogels de omgeving goed kunnen overzien in de nabijheid van begroeiing.

Gebruik  geen gewoon strooivoer in een voedersilo. De vogelsoorten die graag vanaf een voedersilo eten, geven zonder uitzondering namelijk de voorkeur aan voer rijk aan oliehoudende zaden. Gebruikt u wel gewoon strooivoer in een voedersilo dan zullen de meeste vogels de niet populaire zaden er uit wippen. U vind die vervolgens terug onder de silo. Dit trekt ongedierte aan en geeft in het voorjaar en de zomer kans op onkruid rond de voederplek.
Gebruik in de voersilo daarom de volgende voersoorten:
– High energy & no mess voer
– Gepelde zonnepitten
– Zwarte zonnepiten
– Gestreepte zonnepitten
– Gepelde pinda’s (verstrekken in een speciale pindasilo)

Bij gebruik van een voedersilo en één van de aanbevolen voeders komen vogels zoals koolmees, pimpelmees, huismus, ringmus, vink, keep en groenling graag in uw tuin op bezoek.

Pinda’s
Pinda’s zijn zowel rijk aan olie als eiwit. Daarmee zijn pinda’s een ideaal populair vogelvoer in elk seizoen. Pinda’s zijn niet geschikt om op een open voederplek te verstrekken. Bij voedselstress kunnen ouderparen de hele pinda’s namelijk in de keeltjes van hun jongen stoppen die dan kunnen stikken. Bied pinda’s aan in goede pindasilo’s of in de traditionele netjes zodat de vogels er enkel kleine stukjes van kunnen nuttigen. Pinda’s zijn in pindasilo’s het hele jaar door te verstrekken en vinden gretig aftrek bij o.a. kuifmees, pimpelmees, groenling, koolmees, keep, putter, sijs en zelfs bij de grote bonte specht.

Zachtvoereters: roodborst, lijster en winterkoning
Het is onzin om te denken dat er een specifieke voersoort is te maken waar maar één soort tuinvogel van eet. Toch is er een groepje vogels, de zogenaamde zachtvoereters, dat moeite heeft met harde zaden maar juist de sterke voorkeur geeft aan insecten, stukjes pinda, havermout en zacht fruit zoals rozijnen. Tot deze groep behoren de merel, lijster, winterkoning, koperwiek, kramsvogel, spreeuw en het roodborstje. Wie wil er nu geen roodborstje in de tuin? Alle zachtvoereters zoeken hun voedsel graag dicht bij de grond.